woensdag 31 juli 2013

opgeruimd


Recent opgericht de Gemeenschap van Ongediplomeerde Ampikkelateurs.  Ruim je op straat de rotzooi van een ander op, dan mag je je al als lid beschouwen. Zo wordt Nederland écht schoner.

Al een paar jaar ben ik lid, het genootschap was nog niet eens opgericht zelfs. Het ophalen van huisvuil en grofvuil en het schoonhouden van de openbare ruimte vielen een jaar of acht onder mijn politieke verantwoordelijkheid. In die jaren hebben we geprobeerd de dorpsbewoners te betrekken bij de kleine klusjes die er ook zonder vooropleiding te doen vallen. Met de zeven medewerkers die de gemeente ter beschikking had was het al aanpoten om de urgente taken - in gemeentereiniging, plantsoenen, riolering, bestrating - uit te voeren. Het kruimelwerk schoot er dan ook vaak bij in. Met de Klussenweek hoopten we zelfredzaamheid en betrokkenheid te kweken. En we hadden geluk, het was die week prachtig weer. Vuilprikken blijkt een verslavende uitwerking te hebben.

De week was nodig om in elke uithoek van de gemeente activiteiten te kunnen opzetten. Een actiehesje heb ik nog, en een knijpertje - de modernere versie van de simpele stok met prikker - kreeg ik bij mijn afscheid mee. Met daarop een sticker van de regionale reinigingsdienst waaraan de gemeente de huisvuilinzameling en de bijbehorende werknemers inmiddels had overgedragen, en waarin we aandeelhouder geworden waren. Ampikkelateur op de Veluwe dus nu.  Deze zomer heb ik kunnen vaststellen dat de zogeheten "Blikvangers" hun werk ook hier uitstekend doen. Het zijn de schepnetten die fietsers aanmoedigen hun lege blikjes fris of bier niet zomaar weg te gooien, maar even wat langer vast te houden tot ze langs het vangnet komen en ze er dan zwierig in te mikken. Het exemplaar bij Warnsveld won de wedstrijd, want was bijna helemaal gevuld. Leve de hittegolf.

Van de regiodienst was ik nog even Commissaris, in een Raad die werd aangevoerd door de man die voor Nederland de jeugdwerkloosheid de vorige keer met een Taskforce te lijf ging. Hem had ik al leren kennen toen hij en ik allebei nog jeugdig waren maar zonder last van werkloosheid te hebben. Hans de Boer was adviseur voor het bedrijfsleven en moest geïnterviewd worden voor de Kamer van Koophandelkrant. Nu probeert Mirjam Sterk naar zijn latere opdracht de nieuwe jongeren aan het werk te krijgen, jeugdwerklozen zijn er door de crisis immers opnieuw.

Zelf had ik ook met de jeugd te maken. Als raadslid was ik al eens op de openbare school wezen kijken, ik werd met grote achterdocht bejegend omdat haar zulke belangstelling vanuit het schoolbestuur nog nooit overkomen was. Het niet geringe achterstallig onderhoud bleef duren totdat de rijksregelingen waren afgeschaft en de nieuwbouw voor gemeentelijke rekening kwam. De bijzondere scholen waren in deze gemeente met confessioneel-liberale meerderheden nu eenmaal altijd voorgegaan. Vreugde beleefde ik later als portefeuillehouder onderwijs aan het werven van een heel goed nieuw schoolhoofd - door het harteloos afwijzen van Amsterdamse sollicitanten die het in ons dorp wat rustiger aan wilden komen doen. En pijn deed het, toen het bestaan van de school als fiere éénpitter ten einde kwam doordat ook in deze branche regionale schaalvergroting de norm werd. Ik beschouw het maar als een onvermijdelijke afloop. En was er natuurlijk trots op, dat onze directeur, toch een vrouw, de combinatie ging leiden./

Geen opmerkingen:

Een reactie posten