dinsdag 23 juli 2013

wissels

Na ons komen er driehonderd Jehova's getuigen. Geen slechte zaken deze zomer voor de Toekan maar eigenlijk Van der Valk bij Goes. Wij zijn gekomen om de verjaardag van de overgrootmoeder van onze kleinkinderen te vieren, toevallig dit weekeinde onder onze hoede.

Hun vijf en drie jaar vallen in het niet bij de negentig van de jarige, maar ze passen zich soepeltjes aan bij de bijzondere omstandigheden van deze logeerpartij.
Omdat het speelkamertje van het hotel werkelijk minimale voorzieningen biedt - de twee computerspelletjes hangen te hoog, het dokter bibberspelletje zijn ze ontgroeid - moeten ze zich behelpen met de lift en de trap. We raken er maar één van de twee kwijt, vanzelfsprekend net als we ons op het feestadres moeten gaan melden, een dag later. We vinden haar nog net op tijd na kwistig liftgebruik terug op een te hoge verdieping.

Gelukkig waren ze bij het avondeten - wat is het belachelijk druk hier, wat moeten al die mensen toch op dit industrieterrein - bediend door een ober die bekwaam met zulke jonge kinderen weet om te gaan. Hij studeert dan ook eigenlijk op de Pabo, is geknipt voor het vak. De kinderen gaan gehoorzaam aan de slag met de platte doosjes met zes kleurpotloden, al hebben ze de woordzoekerpuzzeltjes nog niet helemaal onder de knie. "Voorgerecht" valt bij de kleindochter nog het meest in de smaak. Maar de langwerpige doosjes lenen zich prima voor mobiele telefoongesprekjes die de kinderen met elkaar en verre vriendjes voeren.
öm je?" speelt ook de jongste het spel bloedserieus mee.

Omdat de rest van het land de volgende dag massaal naar het strand gaat, kiest opa een andere bestemming voor het ochtendprogramma. Hij rijdt naar de pont die heen en weer terug van Breskens vaart. Zijn gastjes zijn niet onder de indruk van varen,  de een houdt meer van zwemmen, de ander van treinen. Opa barst toch nog van trots als zijn driejarige kleinzoon onderweg doorheeft, dat een deel van de spoorlijn afbuigt richting Sloegebied voor de goederentreinen. "Wissels!" roept de driejarige verheugd, als we er met de auto overheen rijden.

Op de hotelkamer slapen we met ons vieren en zijn houten emplacement op één kamer, meer heeft hij niet nodig om gelukkig te zijn. Tijdens de feestuurtjes verdiepen de twee zich akelig braaf in knip- en tekenwerk. Hun chocoladetaartjes hebben ze dan al inwendig veiliggesteld.  Er is inmiddels in Engeland een koningskind bijgekomen. Een jongen. Arthur, lijkt ons een wel heel geschikte naam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten