donderdag 29 augustus 2013

stadswandeling

Al weer zo lang geleden. Die oude panden, op de plek waar Hoog Catharijne nog moest komen. De School voor de Journalistiek had er haar sociƫteit, tot de bulldozers verschenen. Nu staan die er alweer, zien we als we door het Centraal Station van Utrecht lopen. De nieuwbouw van veertig jaar geleden moet alweer plaats maken voor nog modernere inzichten.

Je had toen bouwconcern Bredero dat in een kwade reuk stond, in elk geval bij de eerste generaties journalistiekstudenten. Projectontwikkelaars waren er goed in binnensteden te vermoorden en huizen te slopen om beton te kunnen storten. Daar werden ze dan rijk van en zo konden ze, zo nodig met steekpenningen, weer nieuwe projecten in gang zetten voor weer nieuwe winsten. Daar leerde je dan als aankomend journalist kritische vragen bij te stellen. En je onafhankelijkheid onverschrokken overeind te houden, al mochten we van de verguisde ontwikkelaar zonder huur in het anders toch maar kraakrisico lopende slooppand trekken met drank en een voorraad afgedankte bankstellen. 

We zijn nu gekomen om het  nieuwe huis te bewonderen van familie die het een jaar of veertien in een ver weg gelegen nieuwbouwwijk hadden uitgehouden maar sinds een paar maanden een knus huis uit de voorvorige eeuw hadden gevonden op loopafstand van het centrum. Ook de rest van de wijk had de vernieuwingsdrift overleefd en is een geliefd woonoord geworden met een heleboel groen en heel veel nieuw ondernemerschap.

We krijgen een trotse rondleiding door de buurt. Te beginnen bij die journalistenschool waar ik in de zestiger jaren op zat. Die lag om de hoek, en voor het eerst sinds hij me kent mag mijn partner, nog in het vak gerold met een in servicetraining, de heilige grond betreden. Zo erg is dat niet, het gebouw is al lang afgebroken en er is een basisschool van B2-blokken voor in de plaats gekomen. Net zo dichtbij lag mijn kamer, waar we van onze gastheer en -vrouw ook nog even langs moeten lopen.

Zoveel bomen en zoveel fietsenrekken waren er toen niet, wat dat betreft is Utrecht er op vooruit gegaan. Maar het onderkomen van het Leger des Heils is er nog wel, ooit een van de werkplekken van mijn opa geweest en de reden dat ook mijn vader in zijn eigen jonge jaren in de straat had gewoond. In het goedkopere deel, verzekerde hij me toen hij hoorde dat ik juist in die straat was neergestreken.

Na onze rondgang langs monumentale panden en pittoreske straatjes wacht het toetje van de dag, bij de ijssalon midden in de wijk. De kleindochter van de Italiaan Lorenzo die volgens onze zegsvrouw ijs in Nederland introduceerde verkoopt er met haar man heerlijke smaken. Gelukkig hebben we nog niet alle mooie plekjes van Utrecht gezien. Voor een nieuwe excursie met ijsje toe melden we ons nu al aan. Ook al zullen we dan weer Hoog Catharijne door moeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten