maandag 7 oktober 2013

hobbyhoning

Ook zo'n verdwenen tijdsbeeld: de hokjes van de duivenmelkers die je vanaf ons balkon kon zien. Volwassen mannen die op hun eigen dak deden of ze doffer waren. Met knikkende koppen probeerden ze hun eigen duiven weer binnen te lokken.

Het was een fascinerend gezicht, ik keek mijn ogen uit. Het was toen een gangbare hobby, ook in de binnenstad van Den Haag. De beoefenaren hebben geen opvolgers gekregen. Daarmee liep ook het aantal longlijders terug; andere ziekten kwamen er voor in de plaats, door overconsumptie van chips en potjes bier tijdens tv-avondjes.

Ook de opa van onze kleinkinderen heeft een fijne hobby moeten opgeven. Hij, leraar biologie, was een gedreven amateurimker en beschikte mede dankzij de tuiniersgaven van zijn echtgenote over een bloemrijke achtertuin binnen de stadsmuren van Doesburg. Daar rukten ongestraft hinderlijke mosterdfabrieken en supermarkten op. De getergde bijen begonnen zich af te reageren op de toeristen en andere passanten. Toen de situatie onhoudbaar werd moest opa besluiten tot stoppen met de bijenhouderij, wat jammer genoeg onvermijdelijk ook leidde tot het opdrogen van de welkome honingaanvoer.

Boterhammetjes 'met tevredenheid' hoeven de kleinkinderen desondanks niet te eten. Oma zorgt voor de regelmatige aanvoer van zelfgemaakte jammetjes. Wij collega-grootouders bieden tegenwicht met pindakaas en "chocopast". (Dat is korter en dat spaart tijd, zong Niet uit het Raam al.) Ook lekker, voor wie er van houdt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten