Man en ik hadden alle
redenen voor een feestje vandaag. We konden namelijk ons eerste lustrum
als Arnhemmers vieren. Gaf hij me een nieuwe leuning? Het had voor de
hand gelegen, maar voorlsnog moet mijn hand steun blijven zoeken bij de
huidige vermolmde maar gelukkig door veel duct tape aan onze kant nog
net bij elkaar gehouden balk. Mij werd een hapje bij de Chinees
aangeboden.
Dan
kom je twee keer extra langs de trap, maar het aanbod nam ik aan. Zoals
ik die middag ook al was ingegaan op de uitnodiging om mee te gaan
shoppen in een verafgelegen winkelcentrum. De rit erheen vergde zoals ik
spoedig zou merken meer tijd dan ons verblijf daar. Haring schafte mijn
man aan, en in de doe-het-zelf-winkel twee lichtschakelaars en enig
open haard hout. Ik kwam daardoor al snel tot het besef dat ik als
dekmantel was gebruikt door iemand die het milieu wilde gaan schaden en
voor zijn autoritje een mede-inzittende nodig had.
Aan
tafel heb ik hem nog even scherp ondervraagd over wat hij, terugziend
op vijf jaar wonen in Arnhem, los van het huis waarin we dat doen, hier
het meest fijn vindt. Hij wist het meteen. "De tuin!" En toen ik dat nog
te huiselijk vond werd het:"de omgeving!".
Daar
stokte het tafelgesprek, want mijn man moest zijn aandacht gaan richten
op zijn voorgerecht, dat was gearriveerd. Drie Zeeuwse oesters,
gestoomd nog wel liefst. "Lekker zo, maar echt geen echte Zeeuwse. Dan hadden het
platte geweest" was daarna zijn commentaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten